Blog Westelijke Sahara II - Transit Westelijke Sahara, de lange weg naar Dakar (for English see below)
En verder ging de bus, uur na uur, onder een soort virtuele stolp die de tijd steeds stroperiger maakt, steeds dikker.
Ergens midden in de jaren ’90 kwam ik er na het lezen van een artikel in een ‘adventure magazine’ achter dat er een trans-Sahara route bestond waar ik voorheen niet van wist. De route was op moedige wijze door een paar jonge Duitsers geforceerd. Zie voor dit epische verhaal mijn vorige blog Duitse zege in Afrika 50 jaar na Rommel. Eindelijk. Dakar, here we come Na jaren wachten op een mogelijkheid om de Sahara te doorkruisen naar de Sahel was dat artikel voor mij het vertreksein. Er was geen houden meer aan. De reisjeuk werd instant zó hevig dat ik snel nog wat dingen in Nederland afrondde, een paar afspraken verschoof en na praktisch geen voorbereiding was ik er klaar voor. Het leuke was dat er ook nog een vriend was die zin had om mee te gaan. Hij had al eens de oceaan over gezeild en was benieuwd naar de zandzee van Mauritanië. Omdat we snel weg wilden kozen we er voor om niet op zoek te gaan naar een geschikte auto maar het vliegtuig te nemen naar Casablanca. Daar namen we de bus naar het Zuiden. Casablanca – Dakar was zo’n 3000 kilometer zonder enkele snelweg, waarvan een deel slecht asfalt, een deel piste (offroad) en een deel helemaal geen paden of sporen en ook zo’n 40 kilometer door een mijnenveld. Hoe gaaf kan het zijn. Hoeveel pure rij-uren dat zou opleveren was met geen mogelijkheid te berekenen maar dat was voor ons ook helemaal niet interessant. We wilden snel vertrekken maar eenmaal op weg hadden we vooral geen haast en wilden we met deze reis in het moment opgaan. De tijd verstomt Onder Agadir werd het landschap al leger en droger. Voorbij Goulimine (Guelmim), bekend om haar kamelenmarkt, waren we in Sahara land. Goulimine, poort van de Sahara. Een mooie naam, zoals elk zichzelf respecterend stadje in de buurt van de Sahara vindt. Goulimine, veel is er niet te doen als er geen kamelenmarkt is. En verder ging de bus, uur na uur, onder een soort virtuele stolp die de tijd steeds stroperiger maakt, steeds dikker. Meer en meer droegen de mannen de kenmerkende witte en blauwe gewaden en tulbanden. De bus stopte soms en hier en daar om mensen in en uit te laten en er werd gegeten bij eenvoudige wegrestaurantjes waar de tajines al stonden te pruttelen. We hadden onderweg vaak zat halve koeien buiten zien hangen met hele vliegen kolonies erop maar als dat vlees 3 uur heeft staan pruttelen in een aardewerk ovenachtige schaal dan schrikken je lichaamseigen bacteriën van de zuiverheid van je maaltijd. Stroop. Het leven vertraagd zienderogen. Kamelen sloffen op hun gemak voort en het lijkt er op alsof de woestijnbewoners ongeveer hetzelfde ritme en tempo aanhouden. Het baasje lijkt op zijn hondje. Rustig aan, slenteren en sloffen. Het leven dwingt het af. Zou je hier willen vertoeven met een gemiddelde westerse mindset dan zou je lontje snel opbranden. En verder gaat onze reis. Kilometers en uren de vlakte, kilometers en uren de wind, kilometers en uren het zand en het stof. Niets meer willen, geen afspraak. Geen prikkels meer uit de rest van de wereld (voor de jonge lezer: er was geen mobiele telefonie of internet, heftig hè?). Geen deadline, geen doel als de reis zelf die zich minuut na minuut manifesteert. Elke seconde lijkt eeuwig. Gul en gastvrij Natuurlijk maken we mooie staaltjes van gastvrijheid mee zoals zo typerend voor deze wereld. In de bus raken we in gesprek met een jongetje van een jaar of 14. Een beleefde en open jongen. Hij vraagt honderduit en vertelt graag over zijn land. Hij wil van alles weten en zijn schoolse kennis over Europa testen op de bezoekers en ambassadeurs die wij zijn. Hij is op weg van het internaat naar zijn ouderlijk huis in Tarfaya, een winderige kustplaats vlak voor de oude grens met Spaans-Sahara, de virtuele grens met Westelijke Sahara. Mohammed van 14 nodigt ons uit om bij hem thuis te eten en te overnachten. Zijn vader is hoofd meteorologische dienst van de regio. Hij vertelt ons over de wind. De zeewind en de woestijnwinden, die je auto zandstralen. Bedek onmiddellijk je ruiten! Hij vertelt van de Harmattan, de droge wind, de zandstormen, de microben in het stof die planten en mensen ziek maken. Van de Sirocco of Leveche die rood stof tot in Noord-Europa blaast en ook van de grote wolken sprinkhanen die van de dag een nacht maken en van je motorkap een bloedbad. We eten er niet minder goed om. Salade, Harira (soep), Tajine van kameel en sinaasappel met kaneel. En wat laten de bewoners van deze streken ons toch altijd weer zo ontzettend thuis voelen. We kunnen slapen in logeerbedden, op de bank, op onze matjes waar dan ook. In de woonkamer, de tuin, op het dak, waar we maar willen. Als we onder de sterren zee liggen kijken we elkaar aan. Hoe lang zijn we nu onderweg? Geen idee, we komen er niet bij. Onze hersens, stroop. Rotte vis, verse vis En verder, steeds verder. Één lange rechte weg naar het onvoorstelbaar verre zuiden. De bus rijdt langzamer en komt traag tot stilstand midden op de weg. Achter ons sluiten auto’s aan, links van ons, rechts van ons. De deuren gaan open en een aantal mensen gaat naar buiten. File tot zover het oog reikt. File? In de woestijn? Is dit een fata morgana? We lopen een kilometer naar voren. Mensen maken plezier, ruzie, staren slaperig voor zich uit. Wat is hier aan de hand? Kinderen huilen, maken ruzie, spelen vrolijk met een bal van oude panty’s. Picknicks in et zand, het roosteren van vis, een lekkende koelwagen met de stank van rotte vis. Deze chauffeur heeft te lang gewacht met het uitdelen van zijn vracht. De koelwagens hebben geen gemotoriseerde koeling maar houden hun vracht koud door het meevoeren van grote ijsblokken. We raken in gesprek. Wat is er aan de hand? Hoe lang staan jullie hier al? Een overstroming, 5 wagens staan vast in de stromende modder, al een hele lange dag. We snuiven de heerlijke gegrilde vis geuren nog eens diep op. Al de vis is al verdeeld. 200 meter lopen is de afgrond waar woestijn en oceaan elkaar ontmoeten. Hutjes van karton, lappen en auto plaatwerk. Hier wonen mannen die met opgeblazen vrachtwagen binnenbanden de branding door zwemmen om netten uit te zetten. Deze dagen draaien ze goede omzet. Knal verse vis, zo van de grill. Het is nog ver naar Dakar maar dat is iets waar we op dat moment niet mee bezig zijn. We zijn in de woestijn aan de rand van de oceaan, we lachen met de visser en eten zijn verse vis van de grill. Dit blog was het 2e in een reeks over Westelijke Sahara. Er komt meer. In English Blog Western Sahara II - Transit Western Sahara, the long way to Dakar And further the bus went, hour after hour, under a kind of virtual bell jar that makes time increasingly viscous, getting thicker. • Finally. Dakar, here we come • Time fades • Generous and hospitable • Rotten fish, fresh fish Sometime in the mid-1990s, after reading an article in an 'adventure magazine', I found out that there was a trans-Saharan route where I previously did not know about it. The route had been bravely forced by a few young Germans. For this epic story, see my previous blog German victory in Africa 50 years after Rommel. Finally. Dakar, here we come After years of waiting for an opportunity to cross the Sahara to the Sahel, that article was the starting sign for me. There was no stopping it. The pleasure of travel immediately became so intense that I quickly completed some things in the Netherlands, shifted a few appointments and after practically no preparation I was ready for it. The nice thing was that there was also a friend who wanted to come along. He had already sailed across the Atlantic and was curious about the sand sea of Mauritania. Because we wanted to leave quickly, we chose not to look for a suitable car but to take the plane to Casablanca. There we took the bus to the South. Casablanca - Dakar was about 3000 kilometers without any highway, of which some bad asphalt, some piste (off-road) and offcourse no paths or tracks at all and also some 40 kilometers through a minefield. How cool can it be. It was impossible to calculate how many pure driving hours that would take, but that was not interesting at all for us. We wanted to leave quickly, but once on our way we were not in a hurry and we wanted to be absorbed in the moment with this journey. Time grows dumb The landscape under Agadir was already emptier and drier. Past Goulimine (Guelmim), known for its camel market, we were in Sahara land. Goulimine, gate of the Sahara. A beautiful name, as any self-respecting town near the Sahara agrees. Goulimine, there is not much to do when there is no camel market. And further the bus went, hour after hour, under a kind of virtual bell jar that makes time more and more viscous, ever thicker. More and more the men wore the characteristic white and blue robes and turbans. The bus sometimes stopped here and there to let people in and out and we ate at simple roadside restaurants where the tajines were already simmering. On the way we had often seen half cows hanging outside with entire colonies of flies on it, but if that meat has been simmering for 3 hours in an earthen ovenlike dish, your very own body's bacteria will be shocked by the purity of your meal. Syrup. Life slows down noticeably. Camels shuffle along at their leisure, and the desert inhabitants seem to keep roughly the same rhythm and pace. The owner looks like his dog. Take it easy, shuffle and shamble. Life forces it upon you. Would you like to stay here with an average Western mindset, your fuse would burn out quickly. And our journey continues. Miles and hours the plains, miles and hours the winds, miles and hours the sand and the dust. Wanting nothing more, no appointment. No more stimulus from the rest of the world (for the young reader: there was no mobile telephony or internet, fierce eh?). No deadline, no goal but the journey itself manifesting itself minute by minute. Every second seems eternal. Generous and hospitable Of course we experience beautiful examples of hospitality, as so typical of this world. In the bus we get into a talk with a boy of about 14. A polite and open boy. He asks a lot and likes to talk about his country. He wants to know everything and test his academic knowledge about Europe on the visitors and ambassadors that we are. He is on his way from the boarding school to his family home in Tarfaya, a windy coastal town just before the old border with Spanish Sahara, the virtual border with Western Sahara. Mohammed, 14, invites us to eat and spend the night at his home. His father is chief of the region's meteorological service. He tells us about the wind. The sea breeze and the desert winds, which sandblast your car. Cover your windows immediately! He tells of the Harmattan, the dry wind, the sand storms, the microbes in the dust that make plants and people sick. From the Sirocco or Leveche that blows red dust to Northern Europe and also from the large clouds of grasshoppers that turn the day into a night and your hood into a bloodbath. We eat no less well. Salad, Harira (soup), Tajine of camel and orange with cinnamon. And ah, the inhabitants of these regions always make us feel so very much at home. We can sleep in guest beds, on the couch, on our mats anywhere. In the living room, the garden, on the roof, wherever we want. When we lie under a sea of stars we look at each other. How long have we been on the road now? No idea, no clue. Our brains, syrup. Rotten fish, fresh fish And further, further and further. One long straight road to the unimaginably far south. The bus slows down and comes to a slow stop in the middle of the road. Cars close behind us, to our left, to our right. The doors open and some of people get out. Traffic as far as the eye can see. A jam? In the desert? Is this a mirage? We walk about a kilometer forward. People have fun, argue, sleepily stare ahead. What is going on here? Children cry, argue, play happily with a ball of old tights. Picnics in the sand, roasting fish, a refrigerated truck leaking with the stench of rotten fish. This driver has waited too long before handing out his cargo. The refrigerated trucks do not have motorized cooling, but keep their cargo cold by carrying large ice blocks. We chat and ask. What is going on? How long have you been here? A flood, 5 cars are stuck in the flowing mud, already for a whole day now. Again we take a deep breath of the delicious grilled fish. All the fish has already been divided. 200 meters walk is the abyss where desert and ocean meet. Huts of cardboard, rags and car sheet metal. Here men live who swim through the surf with truck tubes to set out nets. These days they have good sales. Hyper fresh fish straight from the grill. It is still a long way to Dakar but that is something that’s not in our system. We are in the desert at the edge of the ocean, we laugh with the fisherman and eat his freshest fish from the grill. This blog was the 2nd in a series on Western Sahara. There is more to come.
10 Opmerkingen
Blog Westelijke Sahara I - Duitse zege in Afrika 50 jaar na Rommel! (see below for English) Of: hoe een paar Duitsers de grens met Mauritanië openden.
Wat bezielde me? Een jaar of 30 was ik en ik moest en zou dwars door de Sahara naar de Sahel. Waarom? Dat vroeg ik me niet af. Het moest gebeuren. Doodsimpel. Het gevoel was getriggerd door een boek van twee Duitsers die om de haverklap door Algerije naar het Zuiden trokken, dat wist ik wel. De beelden van hun oude Peugeots 504 op de onmetelijke vlaktes naar Tamanrasset brandden op mijn netvlies. Dwars door de Sahara maar waar??? Eind ‘91 werd iets mij duidelijk dat al een paar jaar had gesudderd: het zou gaan gebeuren. In ‘92 zou ik de Sahara doorsteken. Dwars door Algerije naar Mali en Niger. Het besluit was genomen en de week daarna won het FIS (Front Islamique du Salut) de 1e ronde van de Algerijnse verkiezingen waarop de regering de tweede ronde annuleerde. Naar eigen zeggen uit vrees voor een toekomstige staat onder de Sharia. Onmiddellijk brak er een bloedige en wrede burgeroorlog uit waarbij veel burgers, journalisten en buitenlanders (Europeanen moesten het ontgelden) om zeep werden geholpen. Dramatisch natuurlijk voor het Algerijnse volk. Vervelend en jammer voor mij. Mijn ogen dwaalden over de kaart voor alternatieven. Waar kon je veilig de Sahara door naar de Sahel? Wel….. nergens. Soedan daar was een burgeroorlog. Tsjaad was sowieso gevaarlijk voor buitenlanders. Libië stond op zeer gespannen voet met het Westen. Niet lang daarvoor was het nog gebombardeerd door de Verenigde Staten. De VN waren druk bezig sancties op Libië voor te bereiden. En dan Marokko. Ik kende het land al aardig en wist dat je over asfalt tot aan Dakhla kon komen. Dakhla lag diep zuidelijk in Westelijke Sahara. Marokko had de voormalige Spaanse kolonie voor bijna 4/5 onder controle. Toeristen mochten er alleen zijn als ze op het asfalt langs de kust bleven. Maar er kwam nauwelijks een toerist. Ik was ze op mijn omzwervingen althans niet tegengekomen. Zuidelijker dan Dakhla kwam je dus niet. De grens met Mauritanië zat potdicht. Het zag er naar uit dat mijn avontuur een premature dood stierf. ‘Durchhalten’ De jaren erna volgde ik het Algerijnse nieuws nauwgezet maar nooit een bericht dat de burgeroorlog was gestopt om Marco Hupkes een rustige doorgang naar Timboektoe te verlenen. Wachtend op het moment dat dingen er gesettled zouden zijn ging ik door met wat ik deed: de woestijngebieden in Marokko bereizen en als ik thuis was laafde ik me aan de avonturen van anderen door boeken en tijdschriften te lezen. En toen las ik een artikel in een avonturenmagazine en alweer waren het Duitsers die een move bij mij teweegbrachten. Er was een stel zo eigenwijs geweest om al snel na het uitbreken van de vuile oorlog in Algerije gewoon naar Marokko te rijden en de sprong naar Mauritanië te wagen, wat zeg ik, af te dwingen. Op alle verwoede pogingen in Duitsland papieren en ‘laisser-passer’ pasjes te regelen bij Mauritaanse en Marokkaanse ambassades, consulaten, zaakgelastigden, enzovoort, kregen ze alleen maar nul op het request. Zo besloten ze om met een paar man en twee oude Mercedessen 200 naar Marokko te rijden en de gewenste papieren daar te bemachtigen. Na letterlijk en figuurlijk van kastjes naar muren te zijn gestuurd en tot 3 keer toe met allerlei beloftes heen en weer te zijn gereden tussen Rabat en Dakhla (1700km, een etmaal rijden), begrepen dat ze van niemand papieren kregen omdat die papieren eenvoudigweg niet bestonden en niemand er zijn handen aan wilde branden. Ze besloten het iets harder te spelen. De meeste mensen in Dakhla met een uniform kenden de Duitse jongemannen intussen persoonlijk en wellicht hadden ze al wat respect verdiend vanwege hun vasthoudendheid. Maar nu kwam er wel een staaltje van durchhalten zoals men daar nog niet had gezien. Het woord durchhalten zegt alles: het is doorzetten en volhouden inéén. De jongens bezochten dag na dag alle kantoren in Dakhla en verklaarden steeds maar weer dat ze er waren om naar het zuiden te gaan of anders te blijven. Nadat de plaatselijke geüniformeerden doorkregen dat er maar een manier was om van deze Duitsers af te komen produceerden ze een permis en gaven ze onze vrienden een militaire begeleiding richting de Mauritaanse grens. De laatste 40 kilometers konden ze zelf afleggen. Dwars door het mijnenveld. En zo kwam het dat op een dag begin jaren ’90 op een slingerpaadje tussen duinenrijen een Mauritaans soldaat en een paar eigenwijze Duitsers met 2 oude Mercedessen oog in oog stonden. De militair nam ze mee naar een grenspost even verderop. Een hok van hout, golfplaat en oude olievaten met een hele lange antenne. De minister is op een trouwerij De militairen waren volledig verbouwereerd en wilden onze vrienden terugsturen. Deze hadden maar een antwoord: "we zijn uit Berlijn tot hier gekomen en gaan niet terug. We zijn op weg naar Dakar en wachten hier op toestemming." Er werd druk getelegrafeerd met verschillende, misschien relevante, ministeries in Nouakchott. Toen na een paar dagen een soort van helder was welk ministerie zich bevoegd voelde kwam de volgende boodschap: 'de minister is op een trouwerij en misschien over 3 dagen weer op kantoor.' Zodoende zaten onze jongens er al bijna een week. Voedsel en water raakten op en de militairen deelden hun schaarse voorraden met deze wonderbaarlijke avonturiers. Na een week bivakkeren in niemandsland kwam het verlossende woord: 'laat ze erdoor en geef ze een stempel in hun pas.' Laatst bedacht ik me; Mauritanië is een van de weinige landen die geregeerd worden door nomaden. Zou dat bij het besluit om deze stoere zwervers toe te laten meegespeeld hebben? De minister was ten eerste en vooral clanhoofd van een van de grote nomadenstammen.... Hoe dan ook, de weg door de Sahara was geopend! 50 jaar na Rommel een grootse Duitse overwinning in de Sahara. Die 'Durchhalteparole' hat gewirkt. Het artikel in het magazine besloot met de melding dat de westelijke route sindsdien een feit was. Gaan dus Toen ik na het lezen van dit artikel besefte dat ik een paar jaar voor niets had zitten wachten was het snel beklonken. Een maand later was ik op weg. Dit blog was het eerste van een reeks over Westelijke Sahara. Er komt meer. In English Blog Western Sahara I - German victory in Africa 50 years after Rommel! Or: how some cool Germans opened the border with Mauritania.
What was up with me? I was about 30 years old and I had to go across the Sahara to the Sahel. Why? I didn't question that. It had to be done. That simple. The feeling was triggered by a book by two Germans who traveled through Algeria to the Sahel 4 times a year, I knew that much. The images of their old Peugeots 504 on the vast plains to Tamanrasset burned on my lenses. Across the Sahara but where ??? At the end of '91 something became clear to me that had been simmering for a few years: it was going to happen. In '92 I would cross the Sahara. Straight through Algeria to Mali and Niger. The decision was made and the week after the FIS (Front Islamique du Salut) won the 1st round of the Algerian elections, after which the government canceled the second round. In their own words for fear of a future state under Sharia. Immediately a bloody and brutal civil war broke out, killing many civilians, journalists and foreigners (Europeans). Dramatic of course for the Algerian people. Annoying and unfortunate for me. My eyes wandered over the map for alternatives. Where could men safely cross the Sahara to the Sahel? Well… .. nowhere. In Sudan there was a civil war. Chad was dangerous anyway. Libya had quarrels with the West. Not long before it had been bombed by the United States. The UN was busy preparing sanctions on Libya. And then Morocco. I already knew the country well and knew that you could get to Dakhla by tarmac. Dakhla was located deep south in Western Sahara. Morocco had the former Spanish colony under control for almost 4/5 part. Tourists were only allowed to come there if they stayed on the tarmac along the coast. But hardly a tourist came. At least I had not encountered any on my wanderings. You couldn’t come further south than Dakhla. The border with Mauritania was closed. It looked as though my adventure died a premature death. "Durchhalten" In the years after I followed the Algerian news closely, but never a message that the civil war had ended in order to allow Marco Hupkes a quiet passage to Timbuktu. Waiting for things to settle, I continued what I was doing: traveling the desert areas of Morocco and when I got home I dug into the adventures of others by reading books and magazines. And then I read an article in an adventure magazine and again it were some Germans who triggered my aspirations. A couple of guys had been stubborn enough to drive to Morocco soon after the outbreak of the dirty war in Algeria and take the plunge to Mauritania. On all attempts in Germany to obtain papers and 'laisser-passer' cards at Mauritanian and Moroccan embassies, consulates, etcetera, they only received a big zero on their request. They decided to drive two old Mercedes 200 to Morocco with a few men and get the desired permits there. After being sent to dozens different offices driving 3 times back and forth between Rabat and Dakhla (1700km / 24 hours) with all kinds of promises, they understood that they did not receive any documents and stamps from anyone because that stuff simply did not exist and nobody wanted to put his job at risk. They decided to play it a bit harder. Most people in Dakhla with a uniform knew them by now, and perhaps they had already earned some respect for their tenacity. But now there was a sample of ‘durchhalten’ as one had not seen before. The word ‘durchhalten’ says it all: it is perseverance and pushing through in one. The guys visited all the offices in Dakhla day after day declaring that they were here in order to either go South or else just stay. After the local uniforms realized that there was only one way to get rid of these Germans, they produced a permit and gave our friends military escort to the Mauritanian border. The last 40 kilometers they had to cover themselves. Right through the minefield. And so it happened one day in the early 90s, on a winding path between dune rows, that a Mauritanian soldier and a few stubborn Germans with 2 old Mercedes stood face to face in the middle of nowhere. The soldier took them to a border post just around a corner. A ramshackled loft made of wood and corrugated iron and old oil barrels with a very long antenna. The minister is at a wedding The soldiers were completely flabbergasted and wanted to send our friends back. These only had one answer: "We have come here from Berlin heading for Dakar and are not going back. We will wait for permission right here." There was a lot of wiring with various, perhaps relevant, ministries in Nouakchott. When after a few days it was sort of clear which ministry felt competent, the following message came: 'the minister is at a wedding and maybe in the office again in 3 days'. Thus, our boys had been there for almost a week. Food and water ran out and the military shared their scarce supplies with these wondrous adventurers. After a week of camping in no man's land the redeeming word came: 'let them through and stamp their passport.' Recently this came in my mind; Mauritania is one of the few countries ruled by nomads. Would that have influenced the decision to let pass these tough wanderers? The minister was first and foremost clan chief of one of the big nomadic tribes ... Anyway, anyhow, the road through the Sahara was open! 50 years after Rommel a major German victory in the Sahara. The 'Durchhalte principle' hat wirked. The magazine article concluded by stating that the western route was born. So, now go When, after reading this article, I realized that I had been waiting a few years for no reason it was quickly settled. A month later I was on my way. This blog was the first in a series on Western Sahara. More to come. Op het moment dat ik dit blogbericht schrijf ben ik al weer 2 maandjes terug van een langere desert tour. Deze keer met een geweldige 4x4 adventure truck. Deze Magirus Iveco heeft ons door de woestijn gereden van het Uiterste Noord-oosten tot in het diepe zuidwest. Natuurlijk kan ik weer melding maken van de uitgestrekte, betoverende en afwisselende landschappen van de Marokkaanse Sahara maar daarvoor kun je ook kijken bij de pagina's 'beeld'. Laat me je vertellen over wat mij al 30 jaar zo raakt door een schets te doen van een aantal ontmoetingen van deze afgelopen maanden. Al die mensen die vrolijk zwaaien omdat ze de vrachtwagen zo leuk vinden. De vrouwen die met eten en thee naar ons toekomen als we bij hun dorp bivakkeren. De familie die ons uitnodigt om bij hun thuis te komen eten en overnachten. De politie die ons uitnodigt om naast hun controlepost te overnachten omdat ze vrij kamperen zo dicht naast een stad niet veilig voor ons vinden. De politieman die mij een (terechte) verkeersboete kwijtscheldt omdat ik volgens hem een Marokkaan en broeder ben. Wij nemen afscheid met twee kussen op de wang en hij verontschuldigt zich bij mijn deelnemers voor het oponthoud. De politiemensen van een roadblock die me uitnodigen mee te eten. De winkelier die stoelen en een tafeltje met thee en gebakjes brengt zodat we relaxed op elkaars scheerbeurt kunnen wachten op de stoep van zijn buurman de barbier. De garagist die zo blij mijn Raff over zijn bolletje aait. De politieman en Sepp die elkaar zo schattig een zoen geven. En al die andere mensen die zo liefdevol mijn kinderen over hun bol aaien en zoenen. En natuurlijk mijn lieve vriendin Madou van Centre Fiers Et Forts met wie ik altijd zo'n enorm plezier beleef. En ga zo maar door. Dank jullie wel lieve, vriendelijke, hulpvaardige en gastvrije bevolking van prachtig Marokko. Dank voor alle hartverwarmende ontmoetingen al dertig jaar lang. Jullie raken me diep. Marokko en de liefde Ooit gingen mijn grote liefde en ik voor het eerst naar Marokko. En we werden alweer verliefd op elkaar. En we werden ook verliefd op… Marokko. Wat maakt dit prachtige land toch zo ontzettend bijzonder? Marokko is verleidelijk en indringend. Ze trekt je aandacht door haar vormen, geluiden, contrasten, smaken, geuren en kleuren. Door haar mysterie, haar gesluierde bestaan. En voor wie voor haar valt en zich opent laat ze langzaam haar sluier vallen. Marokko is een beetje spannend en relaxed tegelijk. Ze is betoverend als in 1000 en 1 nacht. Ze geeft je het gevoel van ‘hier en nu’ en eeuwigheid door haar sterrenpracht. Ze geeft je een tijdreis door haar oude culturen en tradities. Ze geeft je een warm welkom door haar gastvrije bewoners. Ze voedt je met haar heerlijk geurende maaltijden en haar volborstige wijnen. Ze ontvangt je met open armen in haar bosrijke plekken waar je je kunt laven aan haar schaduw. Ze geeft je een reis door de kosmos door haar maan- en mars landschappen, ze laat je vertragen in haar oases waar de tijd is stilgevallen en het leven zich afspeelt onder een onzichtbare stolp die het lawaai en de haast van de wereld buiten houdt. Marokko geeft je haar woestijnrivieren waar je al dobberend geniet van de wuivende palmen en de lemen Kasbahs aan de oever. En dan geeft ze je de woestijn, misschien wel zo anders dan je je haar had voorgesteld. De vrouwelijke vormen van de duinen die steeds warmere kleuren aannemen naarmate de zon daalt en de eerste sterren zich tonen. Mijn vrouw en ik kijken elkaar aan…. we komen er nu met de kinderen. Weet je nog die eerste keer…. ooit? We voelen nog de zwoele drukte op het beroemde Djemaa el Fnaa plein in Marrakech, de grote rode Parel van het Zuiden. We zien nog de ruige eenvoud van de Hoge Atlas en over de pas heen het weidse uitzicht over de pre-Sahara die voor ons lag. We kijken elkaar aan en rijden weer door de woestijnvlaktes, de bergen om ons heen. Links de besneeuwde toppen van de Atlas en rechts de gerafelde grilligheid van de Saghro, het gebergte van de droogte, waar we ons weer in begeven en ons nogmaals op Mars wanen. We zien onze nachten weer onder de miljarden heldere sterren. Nachten van een hoorbare stilte waarin we ons verloren in elkaars ogen. Wat is dat toch met dat prachtige land dat zich beweegt als een gedicht? Vrij naar Kemal Essabane Mooi Marokko, El-Maghreb, “land van de ondergaande zon”, Ogenschijnlijke tegenstellingen, maar wie maalt er om? Sneeuw op de bergen, warmte in het licht, Droogte in de dalen, koelte uit het zicht. Arabisch op straat, Berbers in de keuken en Frans op de TV, Een Jood in de synagoge, een moslim in de moskee. Lingerie te koop in de souk* bij een man in wit gewaad met ‘vrome baard’, Jaarwisseling met familie, samen rond een taart. Djellaba** omhoog, op de bromfiets plankgas, Met stropdas en muntthee onthaasten op het terras. De patisserie, vers Frans stokbrood en croissant, Een bedelaar op de stoep, vragend met zijn hand. Snelle auto's, druk doen op de weg, claxonneren is normaal, Ezelwagens, fietsers, laveren door 't kabaal. De minaret, wijzend naar de hemel, tijd voor het gebed, Nachtclubs, werelds vermaak, negeren van de drankwet. Mooi versierde deuren van hout en ijzer, gastvrij open, Maar een afspraak vandaag? Nee, morgen, insh’Allah***, laten we het hopen. De straat op in pyjama, zie je behoorlijk vaak, Schone huizen en vuil op straat, is de gewoonste zaak. Alles is per stuk te koop, zelfs een sigaret, Genieten in chique restaurants, behalve van 't toilet. Meisje, blote mouwen, decolleté, hand in hand, Haar lachende vriendin, met hoofddoek, zo charmant. Botsend zwart en wit? Tegenstelling of harmonieuze rust? Een warme gloed verschijnt, daar waar de zon de zee graag kust. * Een Souk is een overdekte markt. ** Een lang kledingstuk dat op een jurk lijkt en dat in Marokko zowel door mannen als vrouwen gedragen wordt. *** Met God's wil. Marco Hupkes www.marokkomaatwerk.com [email protected] + 31 (0) 6 406 23 818 Marokko Maatwerk Reizen maakt de mooiste huwelijksreizen.
Marokko's onweerstaanbare roep.... Raar zinnetje eigenlijk. Zou het suggereren dat je het zou moeten weerstaan? Nou, ik geef maar al te graag toe aan haar roep. Marokko is onder mijn vel gekropen, ik heb er een deel van mijn hart verloren. Hoezo verloren? Ach, dat deel van mijn hart ligt gewoon daar. Elke keer als ik er weer ben dan is mijn hart weer heel. Ik weet nog als de dag van gisteren hoe ik bevangen raakte van wat ik zag. Op weg naar Zuid-Amerika Mijn studie had ik er aan gegeven om op reis te gaan, het enige waar al mijn aderen naar verlangden; op reis zijn. Onderweg hier en daar werkend trok ik door Europa om uiteindelijk eens de grote oversteek te maken. Na het lezen van boeken van Gabriel Marcia Marquez, honderd jaar eenzaamheid, en andere machtig mooie boeken, zou ik naar Zuid-Amerika varen. Als dekzwabber op een luxejacht, als kok op een vrachtvaarder, het maakte me niet uit. En zo was ik al een tijd in Spanje om op een dag, als het zo uitkwam, op zoek te gaan naar een boot. Tot die tijd werkte ik hier en daar en vermaakte me best. En dan die dag in Gibraltar. Toen gebeurde het. Ik kwam vanuit het binnenland naar Gibraltar, liep het schiereiland op en ging naar de boulevard…. Daar zag ik Afrika. Het magische Afrika. Arabisch Afrika (ik wist nog niets van Berbers oftewel Amazight). Ik was verbijsterd. Zo machtig, mysterieus, ongenaakbaar en groots lag het daar. En zo dichtbij… alsof je het zo met je arm als werphengel kon grijpen. Ik was confuus. Later op die dag, in de avond, kwam ik weer terug op die plek en wat zag ik? Praktisch niets. Een groot zwart met hier en daar een enkel lichtje. Zo donker, zo zwart… Afrika. Om me heen een en al licht, glinsterend, fonkelend, warm gloeiend licht, badend in zichzelf. Hoe zou het er van de andere kant uitzien? Alsof het goud hier op straat ligt? Hoe is het aan de andere kant waar het zo donker is in de zwarte nacht? Onrustig woelend op een verlaten strand kon ik de slaap niet vatten. Morgen een boot pakken was alles wat me nog bezig hield. Alles anders Wat wist ik eigenlijk van de wereld? Wat wist ik van Marokko? Die andere cultuur? Zodra ik bij Fnideq de grens over was dompelde ik onder in een andere wereld. Een wereld die me later zo vertrouwd is geworden. Wat ongelofelijk spannend. Ik zag niets van wat ik ooit op school had geleerd. Heel eenvoudig omdat je, naar mijn idee, uit een schoolboek bijna niets leert. Alles drong diep binnen. De intense geuren van kruiden, bloemen en lichamen van mensen en dieren. De bizarre drukte in de medina van de eerste Marokkaanse stad waar ik gelijk indook, Tetouan. De kakafonie van de vele Arabische (later begreep ik dat het om Amazight-Riffijns ging) uitroepen in de krioelende steegjes. Een levendige mierenhoop waar ik totaal niets kende en in de donkere avond de weg en mezelf verloor. Compleet gedesoriënteerd zocht ik laat in de nacht een bed in een pensionnetje ergens in een labyrint in een ver melkwegstelsel. Starend naar het plafond viel ik in een diepe slaap onder het eeuwig rondpompende rumoerige gedruis van duizend en een stadsnacht. In de ochtend, toen ik wakker maar niet helder was, wist ik niet op welke plek op de wereld ik was. De topografie van Marokko kende ik niet zoals die van Europa veel meer. En ik zat nog steeds ergens midden in dat immense doolhof. Na een heerlijk ontbijt met vers stokbrood, verse jus d'orange en croissantjes ging ik naar buiten mezelf oriënterend op de zon. Jonge lezers zijn gewend dat er overal een App voor is en dat je door je mobieltje en een continue internetverbinding altijd weet waar je bent en wat je te doen staat. Handig maar ik gun iedereen van harte ooit eens te reizen daar waar vriend GSM en maatje G4 er niet voor je zijn maar wel echte mensen waarmee je kunt praten, lachen en zwijgen; de woestijn. Sahara Na alle drukte was ik wel zo getriggerd om meer te beleven en te zien in dit land dat ik besloot nog even terug naar Europa te gaan en weer wat geld te verdienen om een oud Renaultje 4 te kopen. Al snel was ik weer terug op Marokkaanse bodem om verder te trekken. Wat ik nog wel van school wist dat was dat er in het Zuiden de Sahara was die zich uitstrekte over de gehele breedte van Noord-Afrika. Daar zal dan de rust zijn waar ik benieuwd naar was. Heb je ooit die prachtige roadmovie the Sheltering Sky gezien met het intense camerawerk van Bertolucci? Dan kun je je een voorstelling maken van de sfeer van mijn reis naar het diepe zuiden. Over de prachtige ruige Atlas met haar immens indrukwekkende uitzichten kroop de R4 naar de Pre-Sahara waar als het ware een stolp over de tijd heen leek gezet. Alles was er gedempter, langzamer, stiller en tegelijkertijd diende alles zich in volle eenvoud indringend aan. In de Atlas en de Sahara zag ik voor het eerst in mijn leven boeren ploegen met ezels (een paar jaar later kwam ik in een kustgebied waar veelvuldig werd geploegd met kamelen). Voor het eerst zwierf ik door gigantische oases waarvan ik me op school in de verste verte geen voorstelling had kunnen maken. Het leek of het leven hier was blijven stilstaan. Maar dat is een onzinnige uitdrukking bedacht door mensen uit een gebied in de wereld waar veel zich in kort tempo heeft veranderd. Er is in de oases in het zuiden niets blijven stilstaan. Alles is juist eeuwenlang tot aan nu gewoon doorgegaan. Tegenwoordig is het bij bepaalde mensen een issue om te leren omdenken. Dat vind ik een mooie ontwikkeling. De plek bij uitstek om te leren omdenken voor Europeanen of westerlingen is toch wel de woestijn. Enfin, terug in de tijd weer... De kinderen met de kudde Ik zag elke dag weer dingen en gebeurtenissen voor het eerst. Ik herinner me dat ik op een keiige vlakte drie kinderen van een jaar of drie tot zeven tegenkwam. Ze hadden een kudde van wel honderd schapen om op te passen. Ze vroegen me verlegen of ik iets voor ze had. Ik had wel een blikje sardientjes. Ik dacht dat ze dat wel onmiddellijk zouden gaan eten maar ze gingen eerst van aarde en een beetje water een heel klein oventje bouwen. Met wat dorre takjes uit de omgeving maakten ze een heel klein vuurtje in het oventje. Daarna legden ze het deeg dat ze ook even hadden gemaakt met wat bloem en water in het oventje en binnen een paar minuten hadden we een vers warm brood met sardien. Geitenuier Ook weet ik nog goed hoe ik voor het eerst een totaal vol beladen personen auto van het gebrokkelde asfalt af zag gaan. De uitlaat van de door zijn voegen zakkende twintig jaar oude Mercedes 200 schraapte over de keien van een hobbelig pad. Op het dak een geit, drie kippen en een paar grote zakken rijst en suiker waar twee mannen op zaten. In de auto was het druk. Ik toeterde en gebaarde dat ik ze wilde spreken. Op mijn vraag wat ze gingen doen antwoordden ze dat na de markt terug op weg naar huis waren. Wonen jullie in de woestijn dan? Ja, waarom niet? En is er naar jullie huis helemaal geen asfalt meer? Nee, maar we hebben de tijd. En kan ik met mijn autootje ook op die paden? Met een R4? Ja natuurlijk! - Ze lachten hartelijk - Dat is de Scorpion du Desert. Met gemak :-) Mag ik achter jullie aan? Kom maar mee en slaap bij ons. Wil jij drie man meenemen in je auto? Ja, natuurlijk. Met hun twee woorden Frans en mijn twee woorden Marokkaans en veel gebaren en mimiek kwamen we toch een heel eind. Ik weet nog hoe ik me voelde. Gelukkig dat ik hier was en dit mocht meemaken. Na uren rijden (meer hobbelen) kwamen we bij een, door mensenhanden gecreëerde, oase. Met drie zelf geslagen putten bevloeiden ze een paar hectare land. Fris gras onder prachtige palmen. Groentetuinen, fruitbomen, geurende bloemenstruiken midden in de steenwoestijn. We verstonden een paar woorden van elkaars taal en we begrepen elkaar prima. Die avond at ik in de familie. Dat wil zeggen; de mannen en de jongens bij elkaar en de vrouwen en de meisjes bij elkaar in de keuken. We zaten op de grond dicht tegen elkaar aan rond een klein laag tafeltje. In het midden een grote schaal waarin kleurrijk eten piramide-achtig was opgestapeld. Ieder at met de rechterhand en stukjes brood als lepel van zijn eigen hoek op de schaal. Af en toe kreeg ik iets extra lekkers van de vader en de oudste zoon naar mijn hoek van de schaal toegeworpen. Het beste voor de gast. Nadat er wat groenten waren gegeten zou het vlees in het midden van de schaal te voorschijn moeten komen, dat had ik al geleerd. Maar tot mijn grote verbazing zag ik een leren knoop te voorschijn komen. En nog wat weggegeten groenten later leek het te gaan om een grote bal, een leren zak. Vader knoopte de zak open en er kwamen de lekkerste geuren uit die ik ooit had geroken. De zak zat vol met kleine reepjes vlees die heerlijk gekruid waren. Na deze wel heel bijzondere maaltijd vroeg vader me, met zichtbare trots wijzend op de slappe leren zak, of ik wist wat ik had gegeten. Ja, vlees. Maar verder geen idee. Wel, we hadden geitenuier gegeten. De leren zak was een uier die was volgestopt met langdurig gemarineerd mals vlees en daarna dichtgeknoopt. Mijn vrouw is de beste kokkin van de hele omgeving, glunderde vader. Kijk; de uier gaat dichtgeknoopt in een diep gat met gloeiende kolen. Zand er over en uren later weer opgraven. Zoals alles wat je voor het eerst in je leven ziet en hoort is de impact groot. Maar toch, ook al kom ik nu dertig jaar in Marokko en voel ik me thuis en op mijn gemak; alles dient zich nog steeds contrastrijk, indringend en soms mysterieus aan. Marokko geeft haar geheimen langzaam prijs. Ook aan hen die willen horen. Als je dit herkent begrijp je wat ik bedoel. Is dit voor jou vaag en ver van je bed dan zou ik je willen zeggen: toe, ga eens een keer flink ver van je bed en laat je ideeën in je bed achter :-) Marokko roept. Oh ja, in Zuid-Amerika ben ik niet meer geweest. Marokko blééf roepen :-) Gedicht Op de pagina Marokko Vakantieland heb ik een gedicht bewerkt dat bepaalde essenties van Marokko zo mooi verwoord. |
AuthorMarco Hupkes. Marokkoganger met passie. Archives
September 2020
Categories |